Voor bekostiging in de Wlz moet een cliënt daadwerkelijk aanwezig zijn in de instelling of op zijn/haar woonadres. Als een cliënt tijdelijk afwezig is, kan die afwezigheid in enkele gevallen toch bekostigd worden. Hieronder vindt u een overzicht van de regels voor (het declareren van) afwezigheidsdagen in de langdurige zorg.
De informatie hieronder is afkomstig van de website van de Nza en beschrijft de regels voor zorgaanbieders die zzp- en/of vpt-prestaties leveren. Heeft u hier een vraag over, neem dan contact met ons op.
Welke regelingen zijn van toepassing?
De afwezigheidsdagen zijn geregeld in de volgende regelgeving:
- Beleidsregel prestatiebeschrijvingen en tarieven zorgzwaartepakketten en volledig pakket thuis.
- Regeling declaratievoorschriften, administratievoorschriften en informatieverstrekking Wlz.
Definitie afwezigheid
De periode van tijdelijke afwezigheid begint op de eerste dag na vertrek bij de zorgaanbieder of bij het woonadres en eindigt op de dag vóór de terugkomst.
Afwezigheid in geval van een zzp-prestatie
De dagen worden alleen bekostigd indien de cliënt voor de vakantie of detentie reeds 14 dagen verbleef bij de instelling.
Afwezigheid bij een zzp-prestatie bekostigen we in de volgende gevallen:
- Als een cliënt tijdelijk is opgenomen bij een andere zorgaanbieder of op een andere locatie van de huidige zorgaanbieder voor:
- Wlz-zorg met behandeling, terwijl de cliënt eerder alleen Wlz-verblijf zonder behandeling ontving;
- revalidatiezorg. Dit kan ook geriatrische revalidatiezorg volgens de Zvw of herstelgerichte behandeling met verpleging en verzorging volgens de Wlz zijn;
- gespecialiseerde ggz;
- medisch-specialistische zorg.
Als men verwacht dat de afwezigheid langer dan 91 dagen duurt, moet de Wlz-uitvoerder binnen deze 91 dagen toestemming geven voor verlenging van het bekostigen van afwezigheid.
- Bij afwezigheid vanwege vakantie of detentie kan afwezigheid worden bekostigd voor maximaal 42 dagen per kalenderjaar.
- De maximaal twee aaneengesloten dagen dat een cliënt afwezig is in een periode van zeven dagen (maandag tot en met zondag), voorheen weekendverlof.
- Voor cliënten die dagonderwijs volgen, wordt maximaal de wettelijke vakantieduur bekostigd bij afwezigheid.
De volgende prestaties kunnen niet worden gedeclareerd bij afwezigheid:
- Toeslagen, met uitzondering van de toeslagen woonzorg ghz en de toeslag gespecialiseerde epilepsiezorg laag.
- Afzonderlijk afgesproken dagbesteding.
- Vervoer naar dagbesteding.
- Afzonderlijk afgesproken behandeling.
Uitleg verlof en weekend
De telling van weekenddagen in relatie tot verlof wordt als volgt uitgelegd. Afwezigheid van de cliënt van één week (7 kalenderdagen) kan worden geregistreerd als 2 weekenddagen en 5 verlofdagen. Bij 2 weken aaneengesloten afwezigheid (14 kalenderdagen) kan dus worden geregistreerd als een totaal van 4 weekenddagen en 10 verlofdagen. Per kalenderjaar kunnen maximaal 42 verlofdagen worden gedeclareerd voor een cliënt.
Afwezigheid in geval van een vpt-prestatie
De voorwaarden voor het bekostigen van afwezigheid bij een vpt-prestatie komen vrijwel overeen met die bij een zzp-prestatie. De volgende verschillen gelden:
- Afwezigheid bij een vpt-prestatie kan ook bekostigd worden bij tijdelijk verblijf bij familie of bij logeren om de mantelzorger te ontlasten.
- Een cliënt moet al 14 dagen vpt hebben ontvangen.
Afwezigheid in geval van Deeltijdverblijf
De voorwaarden voor het bekostigen van afwezigheid bij deeltijdverblijf (dtv) komen vrijwel overeen met die bij een zzp-prestatie. De volgende verschillen gelden:
- Bij dtv geldt een ander maximumaantal te declareren afwezigheidsdagen. Dit maximum is afhankelijk van het aantal dagen dat een cliënt volgens het vaste patroon in deeltijd verblijft:
- 3,5 dag dtv, 12 afwezigheidsdagen
- 4 dagen dtv, 14 afwezigheidsdagen
- 4,5 dag dtv, 16 afwezigheidsdagen
- Deeltijdverblijfcliënten zijn uitgesloten van de regeling met betrekking tot weekendverlof.