Hoe zijn jullie lid geworden van de cliëntenraad bij NNCZ?
“Heel simpel”, zegt Lammie. “Mijn moeder zit in De Zonnehof in Haren. Daar werk ik als vrijwilliger in het restaurant. Ze vroegen me om lid te worden van de gebiedsraad (de cliëntenraad van een locatie van NNCZ, red.) In eerste instantie zei ik ‘nee’, maar na 5 keer vragen heb ik toch toegezegd. Zo ben ik in de gebiedsraad en vervolgens in de cliëntenraad terechtgekomen.”
Bé: “Ik heb eigenlijk hetzelfde traject gevolgd als Lammie. Ik was lid van de gebiedsraad van het woonzorgcentrum Beatrix in Hollandscheveld e.o. In 2020 zijn de voorzitter en vicevoorzitter van de cliëntenraad afgetreden en hebben Lammie en ik die functies over genomen.
Waar maken jullie je hard voor?
“We maken ons hard voor het welzijn van de cliënten. Dat staat bij ons voorop. Belangrijk hierin is dat de cliënten zijn of haar leven naar eigen inzicht kunnen vormgeven. Over de uitvoering van de wensen en behoeften zijn we regelmatig met elkaar in gesprek”, legt Bé uit.
“We willen vrijblijvendheid voorkomen en hebben daarom gezamenlijk als raad een Werkplan Cliëntenraad NNCZ opgesteld. In dit werkplan hebben we onder andere 4 speerpunten staan, die in die periode extra aandacht krijgen.
“Zo vinden we onder andere ‘eten en drinken’ belangrijk”, vult Lammie aan. Waarbij ook het sociale aspect een belangrijke rol speelt. We hebben ook extra aandacht voor het aanbieden van drinken. Dit wil er nog weleens bij inschieten. Met name bij dementerende ouderen. Daarnaast is zorgtechnologie een belangrijk speerpunt. We werken met zogenaamde verwonderteams. Ieder werkgebied binnen NNCZ heeft zo’n verwonderteam.
Wat zijn verwonderteams?
Bé: “Dit zijn teams die bestaan uit professionals, vrijwilligers, mantelzorgers en studenten van opleidingsinstituten. We werken samen met het Drenthe College en het Alfa-college. We starten meestal met het lopen van rondes op de locaties. Wat kan er verbeterd worden? Dat scheelt nogal per locatie. Denk bijvoorbeeld aan de locatie in Vledder: dit is een nieuwe, relatief kleine locatie. Hier zijn de zorgbehoeftes weer anders dan bij de grotere locaties.”
Wat hebben de verwonderteams ontwikkeld om de cliënten te helpen?
“Ze hebben bijvoorbeeld een looproute gemaakt met ledlampen. Zo kan de cliënt van en naar het bed lopen zonder ’s nachts te veel uit hun slaap te raken. De ledlampen werken met bewegingssensoren en geven een gedimd, rood licht af. De kleur van het licht zorgt ervoor dat de aanmaak van melatonine niet wordt verstoord, waardoor ze weer sneller in slaap komen”. Ook is er in één van de locaties een aanzet gegeven om een zogenoemd ‘muziekdoosje’ te maken, dat begint te spelen wanneer de cliënt bijvoorbeeld ’s nachts uit bed gaat en vervolgens door de bewegingssensoren rustgevende en bekende muziek laat horen.”
Waar hebben jullie nog meer aandacht voor?
Lammie: “Een actueel onderwerp is, de ontwikkeling van thuis- en wijkzorg. De overheid geeft onder andere aan dat ouderen steeds langer thuis blijven wonen. Deze verandering komt steeds sneller op ons af.”
“En het tekort aan personeel wordt een steeds groter issue. Maar we sorteren daar tot nu toe adequaat op voor. De NNCZ is hier heel creatief en vindingrijk in. We halen (potentiële) professionals binnen via de zogenoemde ‘BBL-wolk’. Dit zijn studenten die in onze werkgebieden werkzaam zijn en daarnaast een opleiding in de zorg volgen (lerend werken). Met bijvoorbeeld de mogelijkheid gebruik te maken van beschikbare huisvesting aan de Savornin Lohmanlaan in Groningen. Zo maken we het aantrekkelijk voor de (potentiële) professionals om in onze NNCZ-werkgebieden te komen werken. Ook in de lokale kranten zijn hele mooie, wervende teksten gepubliceerd. Dat spreekt heel erg aan en is tot op heden succesvol. Ook zijn er inmiddels Oekraïense vluchtelingen in onze werkgebieden werkzaam. In de coronatijd hadden we bijvoorbeeld horecapersoneel aan het werk. Hierin was NNCZ één van de eerste zorgorganisaties, die deze mogelijkheid heeft aangegrepen.”
En hoe houden jullie contact met de cliënten?
Bé: “Hier zijn we regelmatig mee bezig. We denken na over vragen als: Waar staan we voor? Hoe is de zorg voor onze cliënten? Hoe is dat nu geregeld? We hebben al mooie stapjes gezet. Naar ieder werkgebied gaat aandacht uit. Met betrekking tot ons speerpunt ‘contact achterban’ zijn er zeker vorderingen gemaakt op dit vlak. Overigens zijn er zeker nog kansen en mogelijkheden.”
“De belangrijke vraag blijft namelijk: Hoe bekend zijn wij bij onze cliënten? Weten ze ons te vinden en weten ze wat we doen? Hiervoor hebben we onder andere een nieuwe brochure en flyer gemaakt, die iedere nieuwe cliënt in het informatiepakket ontvangt. Deze flyers en brochures liggen in iedere locatie in de leeshoek. Ook zijn er op alle locaties ideeënbussen geplaatst, waar cliënten hun ideeën en vragen kunnen deponeren. Daarnaast brengt NNCZ periodiek het Magazine Dichtbij uit, waarin we als cliëntenraad een vaste column hebben. Met foto en naam, zodat cliënten ons makkelijk kunnen herkennen. Verder zijn er interviews met leden van de cliëntenraad. Ook publiceren we sinds dit jaar in iedere uitgave van Dichtbij beknopt, waar we de afgelopen periode mee bezig zijn geweest.”
“We proberen dus ook echt te luisteren naar de bewoners bijvoorbeeld tijdens bijeenkomsten en familieavonden en dit om te zetten in concrete aandachtspunten en acties”, vult Lammie aan. “Denk bijvoorbeeld aan kerkdiensten, hier in Haren. Deze locatie is van oorsprong een christelijk huis. En er was behoefte aan kerkdiensten. Dus we proberen naar de wens van de cliënt te luisteren. Hierdoor zijn er nu weer van tijd tot kerkdiensten in de Zonnehof te Haren. En zo heeft elk werkgebied eigen wensen en behoeftes waar wij op proberen in te spelen.”
En hoe houden jullie onderling contact?
“We vergaderen 10 keer per jaar en rouleren qua vergaderlocatie per werkgebied. Bij deze 10 overlegvergaderingen van de cliëntenraad is altijd de bestuurder van NNCZ aanwezig. Zo houden we elkaar op de hoogte van de diverse ontwikkelingen in de zorg en de stand van zaken van de organisatie NNCZ. Na afloop van de vergadering eten we meestal een kopje soep en een broodje. Zo leer je zowel de locatie(s) én elkaar nog beter kennen”, legt Bé uit. “Tijdens de vergaderingen staan thema’s als samenwerking, ontwikkelingen en de zorg in de toekomst centraal. Met name het laatste onderwerp leeft op dit moment heel erg. Hoe gaat de toekomst eruitzien? En hoe kunnen we daar snel op inspringen op het veranderende zorglandschap met al zijn gevolgen. Denk bijvoorbeeld aan de stapeling van de financiële kortingen, die op langere termijn een dramatische uitwerking gaan hebben.”
“Zo hebben de bestuurders van bijna dertig ouderenzorgorganisaties uit Noord-Nederland in juni een brandbrief naar minister Helder gestuurd. Vervolgens is er een uitgebreid plan van aanpak opgesteld binnen NNCZ en ook een werkgroep samengesteld voor de verdere uitwerking van de diverse acties. In deze werkgroep is ook de medezeggenschap vertegenwoordigd, bestaande de voorzitters van de cliëntenraad NNCZ en de ondernemingsraad NNCZ , maar ook vanuit de verschillende disciplinesuit de organisatie. Inmiddels is er ook een petitie opgesteld, ‘Geef de Ouderenzorg zuurstof’: (https://kortnietopouderenzorg.petities.nl/), met het verzoek om je je stem uit te brengen en je te laten horen.
“Ook hebben we als cliëntenraad een ‘vaste’ contactpersoon vanuit de Raad van Toezicht. Het lid van de Raad van Toezicht zit minimaal één keer per jaar bij onze cliëntenraadsvergadering.
En word je gehoord?
“Jazeker”, zegt Lammie. “Als er bijvoorbeeld beslissingen werden genomen, zoals in coronatijd, ging het altijd eerst langs ons. Maar andersom geldt het ook. We kunnen ook brainstormen en sparren met het bestuur. Zo staat het ook in ons werkplan Cliëntenraad NNCZ vermeld: we hebben één keer per jaar een evaluatie als cliëntenraad en ook met de bestuurder. Dan hebben we het ook over de vraag: is er gebeurd wat we voor ogen hadden? En wat zou anders moeten en kunnen?
Wat levert lid zijn van de cliëntenraad jou op?
“Persoonlijk is dat ik nog meer zicht heb gekregen op het zorglandschap, waar we ons in bevinden. Ik ben heel strijdbaar en betrokken, als het om zorg gaat”, zegt Lammie. Er moet goed gezorgd worden voor ouderen! Ik weet ook wel dat de zorg (te) duur wordt. Maar tegelijkertijd denk ik dan: creatief denken met z’n allen. Ik vind niet dat de ouderen hiervan de dupe mogen worden.”
Bé: “Persoonlijk levert mij de medezeggenschap veel op. Inderdaad meer inzicht in het landschap van de zorg. En het is belangrijk dat de stem van de cliënten wordt gehoord. Want als cliënt komt er een ‘berg’ aan informatie op je af. Hier valt nog veel te winnen. We willen daarom nog meer inzicht krijgen bij de cliënt, die het woonzorgcentrum terecht komt of hulp via wijk- buurtzorg ontvangt. Zo willen we nog meer betrokken worden bij het opstellen van bijvoorbeeld vragenlijsten(de formats), die een cliënt moet invullen, met een eventuele aanpassing of versimpeling van de lijsten. Omdat het voor ouderen complex is, inspireert het ons om dit in te zien. Je gaat zo meer vanuit het perspectief van de cliënt denken.”
Lammie: “Ik heb meer zicht gekregen op ouderen. Zeker als ik, als vrijwilliger, in het restaurant van de Zonnehof te Haren werk, kan ik cliënten ondersteunen. Daar krijg ik energie van.”
Bé: “Daar sluit ik me volledig bij aan.”