Op 1 februari 2024 startte Menzis Zorgkantoor, 14 Twentse gemeenten en de zorgaanbieders, de één jaar durende pilot regionale Logeerzorg. Deze pilot houdt in dat iemand die mantelzorg krijgt, tijdelijk verblijft in een zorginstelling. Zo kunnen mantelzorgers even gas terugnemen en niet bezig zijn met de zorgtaken voor hun naaste of dierbare. Aljan Ottema (Menzis Zorgkantoor), Loes Heerts (Twentse Koers) en Margaret Makaske (namens de zorgaanbieders) zijn verantwoordelijk voor deze mooie en succesvolle samenwerkingsvorm in de Twentse regio.
Hoe is de pilot Logeerzorg ontstaan?
Loes vertelt: “Het idee ontstond spontaan toen Aljan en ik elkaar een jaar of twee geleden troffen. We zeiden dat het te gek voor woorden is dat drukbezette mantelzorgers niet zomaar even weg kunnen, tijd voor zichzelf kunnen nemen en weer even kunnen opladen. Soms stellen zij zelfs een operatie uit om mantelzorg te kunnen verlenen! Hoe mooi zou het zijn als er planbare logeerzorg is geregeld voor een naaste, zodat de mantelzorger zich kan opladen van zijn zorgtaken? Ik was er indertijd al over in gesprek met diverse gemeentes. Maar samen met Aljan kwamen we snel op het idee dat we dit met alle partijen moesten gaan aanjagen. We wilden concreet iets goeds bieden voor de mantelzorgers. Een luxe is het zeker niet, want uit onderzoek blijkt dat 48% van de mantelzorgers die bijvoorbeeld zorgen voor mensen met dementie, zwaar overbelast is en verwacht de zorg niet lang vol te kunnen houden.”
"Het is te gek voor woorden is dat drukbezette mantelzorgers niet zomaar even weg kunnen" - Loes Heerts
Margaret vult aan: “Mantelzorgers staan erom bekend dat ze lang doorgaan, hun boog staat altijd gespannen en vaak is de afspraak gemaakt met een partner dat hij of zij er zal blijven zijn voor de ander. Je wilt daarvoor, door vooraf al in gesprek te gaan met ze, iets bieden wat helpend is. Zo houden ze het mantelzorgen ook langer en met energie vol. Voor hen is de pilot regionale Logeerzorg een heel mooie voorziening om tijdelijk ontlast te worden van alle zorgtaken.”
“De noodzaak van deze zorgvorm is duidelijk,” aldus Aljan. Vroeger ging een oudere die zorg nodig had naar een verzorgingshuis of verpleeghuis. Nu is het zo dat mensen vooral langer thuis blijven wonen. Dat betekent wel dat je ondersteuning en zorg op een andere wijze moet gaan organiseren. De regionale Logeerzorg kun je zien als een innovatieve zorgvorm zodat je het ‘langer thuis blijven’ ondersteunt met elkaar.”
Wat maakt deze pilot nou zo bijzonder?
Aljan: “Het gaat hier om planbare Logeerzorg; in de regio houden zorgaanbieders structureel zeven bedden vrij voor het moment dat een mantelzorger er gebruik van wenst te maken voor degene die hij verzorgt. De bedden zijn dus planbaar en er is één herkenbaar coördinatiepunt voor ingericht, Alerta. Mantelzorgers kunnen contact opnemen met Alerta wanneer er een indicatie vanuit de Wlz of een beschikking vanuit de Wmo is.”
Loes: “Juist. En dit maakt deze pilot in mijn ogen ook zo uniek. Alle betrokkenen in deze pilot hebben gezegd: we gaan lef tonen en dit gewoon regelen met elkaar! Samen ja, we zitten hier niet voor niets met ons drieën om de tafel. Alle partijen hebben zich er voor 100% ingezet, anders lukt het volgens mij ook niet.”
Hoe zijn de reacties van de mantelzorgers zoal?
“De pilot is ruim een half jaar onderweg en mensen reageren erg positief,” vertelt Margaret. “Recent sprak ik een mantelzorger van wie de vader twee weken tot volle tevredenheid had gelogeerd. De behoefte was er en dankzij Logeerzorg kon meneer het thuis zelfstandig vol blijven houden. Dat vond ik heel mooi om te horen van zo dichtbij, het kwam wel even bij me binnen. Kijk, het is belangrijk dat de Logeerzorg is afgestemd op de persoonlijke behoefte en die kan heel verschillend zijn. De vraag kan zijn: kan mijn vader elke vrijdag komen logeren, want dat past bij mijn situatie. Een ander vroeg: kan mijn moeder twee weken komen logeren, want dan kan ik op vakantie met mijn kleindochter. Zoveel mensen zoveel wensen. Wanneer een mantelzorger een nieuwe knie krijgt, dan is zo iemand zomaar vijf of zes weken uit de running. We merken vanaf het allereerste begin dat enige flexibiliteit nodig is bij zowel bij organisaties als de aanvragers. Vraag en aanbod willen we goed op elkaar blijven afstemmen , in goed overleg met client en mantelzorger.”
"Het is belangrijk dat de Logeerzorg is afgestemd op de persoonlijke behoefte" - Margaret Makaske
Hoe laten jullie Logeerzorg goed aansluiten op de vraag?
“De pilot logeerzorg is ook een goede manier om achter de wensen te komen van de mantelzorgers. Zo kunnen we daar in het aanbod zo goed mogelijk op aansluiten", aldus Aljan. “We verzamelen cijfers over de aanvragen en de bezettingsgraad en houden zo de behoefte in de regio scherp in de gaten. Dit helpt bij het aanpassen van de bezetting. Door de wensen te analyseren, verfijnen we ons aanbod en werken we toe naar een zorgvorm die aansluit bij de zorgvraag.”
Komt iedereen zomaar in aanmerking voor Logeerzorg?
Aljan: “Voor het reserveren van een logeerbed heeft de persoon die mantelzorg krijgt een indicatie vanuit de Wlz. Is die er niet, dan is de eerste stap om een vraag te stellen bij de gemeente. Die beoordeelt of de persoon in kwestie in aanmerking komt voor een indicatie vanuit de Wmo.” Loes: “De aanvraag voor een logeerbed kan vervolgens worden gedaan bij Alerta. De betrokken zorgverlener of de gemeente kan hierbij helpen.”
Wat was jullie grootste uitdaging?
Aljan: “Wanneer je dit met zoveel zorgaanbieders en 14 gemeentes initieert, dan zit de grootste uitdaging in de communicatie en coördinatie. De processen duren lang en zijn intensief; alles moet door de betrokken organisaties worden goedgekeurd, dat vraagt best wat.” Loes: “Ook de juridische inrichting was uitdagend en best complex te noemen. Maar als je vertrekt vanuit het belang van de mantelzorger en zijn naaste, kom je samen tot een oplossing.”
"Als je vertrekt vanuit het belang van de mantelzorger en zijn naaste, kom je samen tot een oplossing" - Aljan Ottema
Tot slot, waar zijn jullie los van elkaar vooral erg trots op?
“Het wíllen samenwerken, dat zit heel sterk in de Twentse samenwerkingscultuur,” zegt Loes stellig. “Er is veel interesse vanuit andere regio’s in het land. Op die nauwe en soepele samenwerking ben ik dan ook wel het meest trots. Het maatschappelijk belang wordt door iedereen heel sterk gevoeld.”
Margaret: “Ik ben ook trots op de onderlinge samenwerking, het draagt uiteindelijk bij aan het welzijn van de mantelzorger. Daar krijg ik echt veel energie van.”
Aljan: “Coöperatie Menzis heeft in afstemming met zorgaanbieders en gemeenten, verenigd in Twentse Koers, gezorgd voor het organiseren en financieren van de pilot. Met relatief weinig gesprekken zijn we met elkaar tot een totaalplaatje gekomen. Dat vind ik prachtig, dat is heel goed gelukt. Toen de pilot halverwege was hadden we al groen licht gegeven voor nog een jaar regionale Logeerzorg. Uiteindelijk gaan we voor structurele borging in het Twentse zorglandschap. Iedereen staat er zeer positief in, we gaan er samen helemaal voor.”