De rechtbank in Den Haag heeft 31 oktober 2023 aangegeven dat zorgkantoren hun inkoopbeleid op twee kleine onderdelen na niet hoeven aan te passen. Ouderenzorgorganisaties hadden een kort geding aangespannen tegen het inkoopbeleid 2024 - 2026 van de zorgkantoren*. De zorgkantoren zijn blij met de duidelijkheid van de rechter maar erkennen ook dat de zorgvraag en de zorgkosten in de ouderenzorg knellen.
De zorgkantoren begrijpen de zorgen van de aanbieders. Zij zien dat er een moeilijke opgave ligt. De vraag naar zorg neemt toe, net als de personeelstekorten. De zorgkantoren verwachten de aankomende jaren een grote stijging van het aantal ouderen dat een beroep doet op de langdurige zorg. Er is een landelijke transformatie nodig om de langdurige zorg toegankelijk, betaalbaar en van goede kwaliteit te houden. Dat maakt de samenwerking tussen zorgaanbieders en zorgkantoren belangrijker dan ooit. Met zorgaanbieders in de regio werken de zorgkantoren samen om de transformatie tot stand te brengen.
Twee onderdelen moeten de zorgkantoren wel aanpassen van de rechter: het eerste is dat aanbieders van ouderenzorg de mogelijkheid moeten hebben om bezwaar te maken tegen de geboden tarieven als die aangepast worden in de toekomst. Verder oordeelt de rechter dat de zorgkantoren Menzis, VGZ, CZ en Zorg en Zekerheid geen historisch lager tarief als uitgangspunt mogen nemen, alleen omdat een zorgaanbieder in het verleden met dat lagere tariefpercentage uit de voeten kon.
Zorgkantoren organiseren langdurige zorg
Zorgkantoren voeren in opdracht van het ministerie van VWS de Wet langdurige zorg uit. Ze zijn verantwoordelijk voor het organiseren van de langdurige zorg voor cliënten in hun werkgebied bij zorgaanbieders voor ouderenzorg, gehandicaptenzorg en langdurige ggz en doen dat met een door VWS vastgesteld budget dat regionaal wordt verdeeld. Binnen de financiële kaders die VWS opstelt, realiseren zorgkantoren hun regionale doelstellingen.
* Zorgkantoren VGZ, Zilveren Kruis, CZ, Menzis, Zorg en Zekerheid en Salland Zorgkantoor.